Pesten

Het speluitleg:

De pestkaarten zijn de kaarten met een speciaal karakter om je tegenspelers dwars te zitten. In basis worden de 2, de 8, de boer en de joker als pestkaart gebruikt. De uitleg van deze bijzondere pestkaarten en hun krachten staan hieronder:

• 2 - De volgende speler moet 2 kaarten pakken van de stapel.
• 8 - De volgende speler moet een beurt overslaan.
• boer - Als je deze kaart speelt mag je de kleur noemen waar de volgende kaart mee gespeeld moet worden.
• joker - De vogende speler moet 5 kaarten van de stapel trekken (de joker kan door een speler op elke kaart worden gelegd).
• Aas (of soms de Heer) - wordt gebruikt om de spelvolgorde, oorspronkelijk met de klok mee, per direct om te draaien.
• De boer op elke kaart - de boer mag op elke kaart gegooid worden en niet alleen op de eigen kleur.
• 10 = kaarten zien - de speler die na je komt moet al zijn kaarten laten zien.
• 7 = je mag nog een kaart van dezelfde kleur opgooien.

Naast alternatieve regels voor de pestkaarten zijn er ook een aantal veelvoorkomende wijzigingen in de regels mogelijk:

• Opgooien na pakken. Bij het afnemen van de stapel alsnog de kaart mag afleggen als deze WEL van dezelfde kleur of hetzelfde getal blijkt te zijn.
• Optellen van pestkaarten. Hierbij is de regel dat je op een pestkaart als een 2 of een joker ook weer een joker of 2 kan gooien zodat de straf doorwerkt naar de volgende speler. Het aantal pakkaarten loopt daarmee uiteraard op.
• Kleur bepalen na een joker. Er zijn verschillende manieren om af te spreken wie de volgende kluer bepaald na een joker. Dit kan de oorspronkelijke jokerpseler zijn, of degene die de strafkaarten moet pakken, of de speler die strafkaarten heeft gepakt mag alsnog 1 kaart opgooien, of de speler die daar weer na komt mag gewoon vrij de kleur kiezen bij het verderspelen.