SkiBo

Het speluitleg:

Het doel van het spel is je eigen stok opspelen. Een speler begint, afhankelijk van het aantal spelers, met een aantal kaarten in zijn eigen stok. Deze kaarten zijn, op 1 kaart na, niet bekend aan de speler. De overige kaarten liggen in een algemene trekstapel in het midden van de tafel. Elke speler neemt van deze trekstapel 5 kaarten. Men raakt kaarten kwijt door bij de trekstapel stapels kaarten te maken die beginnen met een 1 en afgesloten worden met een 12. Er kunnen maximaal 4 van zulke stapels tegelijk op de tafel liggen. Stel er ligt een stapel van 1 tot en met 3 en een stapel van 1 tot en met 9, dan kan de speler die aan de beurt is verder met een van deze stapels of een nieuwe openen met een 1. In een beurt mag een speler zoveel kaarten als hij kan en wil uitspelen. Kaarten mogen naar deze 1 t/m 12 stapels gespeeld worden vanuit de hand, vanaf het eigen stok en vanaf de eigen aflegstapels. Als een stapel wordt afgesloten met een 12 wordt deze van tafel gehaald en wanneer de trekstapel op is worden de verwijderde kaarten geschud en vormen zij de nieuwe trekstapel.

Wanneer een speler niet meer kan of wil (bijv. om te voorkomen dat een andere speler kaarten kan spelen) uitspelen legt hij 1 kaart af op 1 van de eigen 4 aflegstapels naast het eigen stok. Kaarten mogen daar in willekeurige volgorde op worden geplaatst. In volgende beurten mogen de bovenste kaarten van deze 4 stapels ook gewoon naar de 1 t/m 12 stapels in het midden worden gespeeld. Aan het begin van de volgende beurt wordt eerst de hand tot vijf aangevuld vanaf de trekstapel alvorens de spelers weer kaarten uitspeelt. Als een speler alle kaarten uit zijn hand heeft gespeeld, trekt die speler vijf nieuwe van de trekstapel en speelt hij door tot hij niet verder kan of wil.

De belangrijkste kaarten om weg te spelen zijn die van het persoonlijke stok van de speler. Deze kaarten liggen met de cijfers naar beneden rechts van de speler. De bovenste kaart mag telkens open liggen, zodat men kan zien of men die kwijt kan. Zodra de bovenste kaart van een eigen stok wordt gespeeld (deze mogen alleen naar de 1 t/m 12 stapels in het midden, alleen kaarten uit de hand mogen naar de eigen aflegstapels) wordt de volgende kaart omgedraaid, zodat altijd de bovenste kaart van het eigen stok zichtbaar is. Als een speler de laatste kaart van zijn persoonlijke stok heeft uitgespeeld heeft deze speler gewonnen, ook al heeft hij nog kaarten in de hand of op de persoonlijke aflegstapels.

De Skip-Bo kaarten zijn jokers en kunnen voor elk cijfer worden neergelegd. Zij kunnen dus ook gebruikt worden om een stapel te beginnen (als een 1) of om een stapel te completeren (als een 12). Er is geen limiet aan hoeveel Skip-Bo kaarten er in een stapel mogen liggen en ze mogen elkaar ook volgen (bijv. er ligt een stapel van 1 t/m 6, de speler mag hier gerust 3 Skip-Bo kaarten opleggen (voor de 7, 8 en 9) om een 10 kwijt te kunnen).